De serielezer – door meester Han-Rogier
Ik ben een serielezer. Een wat? Een serielezer. Ze noemen het ook wel een ‘reekslezer’. Heb ik een leuk boek uit een bepaalde reeks gevonden? Dan lees ik de hele reeks! Het liefst zo snel mogelijk.
De eerste reeks die ik me kan herinneren is de reeks van Pietje Puk. Pietje Puk is de postbode van Keteldorp, een klein dorpje in Nederland met maar 10 straten en zo’n 400 inwoners. Pietje Puk is de vriend van alle kinderen en staat altijd klaar om anderen te helpen. Daarnaast haalt hij ook dolle streken uit. In de boeken maak je kennis met heel veel inwoners van Keteldorp, zoals Bartje Suikerbal de kruidenier, Bert Kromspijker de timmerman en Janus Daklood de loodgieter. En na 1 boek over Pietje Puk gelezen te hebben (ik weet niet meer welke dat was) volgde al gauw de hele reeks. Want Pietje Puk werd clown, ging kamperen of op jacht, wist raad, was de baas of was op de rommelmarkt. Wekelijks in de bibliotheek de reeks bij langs…. Welke heb ik al gelezen en welke nog niet? Heerlijk om me op een gegeven moment zelf een inwoner van Keteldorp te voelen. Ik kende immers elke inwoner en zeker de postbode, Pietje Puk.
Dit ‘reekslezen’ ging hierna gewoon door. Het bracht me bijvoorbeeld in Kirrin, waar Dick, Julian, Anne, George en Timmy als De Vijf hun avonturen beleefden. En dankzij Sietse en Hielke leerde ik de bewoners van het Friese dorpje Lenten kennen. Ik had me van dat dorp zelf een hele voorstelling van gemaakt. Ik wist precies waar de smederij van smid Klinkhamer stond, waar de boerderij van Jellema, de molen ‘de Woudaap’ van Kees en waar het hotel De Rode Leeuw. Gaf me een potlood en papier en je kreeg binnen 10 minuten de plattegrond van het dorp Lenten. Wat een teleurstelling toen de uitgever ineens vanaf een bepaald deel zelf op de eerste bladzijde van het boek een plattegrond van Lenten plaatste. Maar… dit was niet het dorp Lenten! Dit was een heel ander dorp. Tuurlijk, er stond een smederij, een molen, een boerderij en een hotel op. Er was water en een eiland. Alleen stond alles op de verkeerde plek op de kaart. In ieder geval niet op de plek die ik ze in mijn fantasie had gegeven. Soms moet een uitgever bepaalde zaken aan de verbeelding van een lezer (kind of volwassene) overlaten.
Intussen ging het reekslezen gewoon door, ook toen ik wat ouder werd. Wat ben ik vaak op Bureau Warmoesstraat geweest! Als lezer natuurlijk, want daar speelden de verhalen rond De Cock (met ceeooceeka) en assistent Vledder zich af. Rond de 100 boeken zijn hiervan geschreven, hoewel ik de later verschenen boeken niet allemaal meer heb gelezen. Dan ben je er wel klaar mee dat commissaris Buitendam hem de kamer uitstuurt en in het café van Smalle Lowietje de uitbater van het café met tips komt die leidden tot de oplossing. Want dat is een nadeel van reekslezen en zeker dergelijke reeksen. Er verschijnt een soort van voorspelbaarheid. Bepaalde gebeurtenissen komen in elk boek terug en je wordt steeds minder verrast. Loopt het onderzoek vast? Krijgt de Cock last van vermoeide voeten. Wil hij ergens ‘stiekem’ naar binnen? Dan gebruikt hij een inbrekerssetje dat hij ooit van zijn vriend en ex-inbreker Handige Henkie heeft gekregen. Je wordt niet echt meer verrast. En dat is wat lezen juist ook zo leuk maakt. Meegenomen worden door een schrijver en je weet niet waarheen, wat er gaat gebeuren en hoe het zal eindigen. Weggedoken op de bank, heerlijk warm dekentje, kopje thee en je laten ‘ontvoeren’.
En nu? Ben ik nog steeds een reekslezer? Veel minder. Juist om de voorspelbaarheid en het comfortabele te omzeilen en me elke keer weer te laten verrassen, verwonderen en vooral te genieten.
Welk boek er nu op het nachtkastje ligt? Een boek dat ik cadeau kreeg, wellicht in eerste instantie niet zelf zou hebben gekozen, maar dat me vanaf bladzijde 1 heeft ‘ontvoerd en meegenomen’. ’t Hooge Nest van Roxane van Iperen. Momenteel bevind ik mij dan ook in Naarden, in een oude villa in de Gooise bossen. En daarom is het krijgen van een boek zo leuk: je komt nog eens ergens anders!