Terug in de tijd!

Nee… dit is geen oproep om meer te gaan lezen.
Maar dat gebeurt vanzelf, zodra je een boek vindt waarin je voelt dat je er zélf in leeft.

Laatst bladerde ik terug in de tijd, naar een boek dat me als kind enorm is bijgebleven:
Het grote boek van Madelief van Guus Kuijer. Wat een feest was dat om te lezen.
Madelief was een meisje dat niet altijd alles begreep, soms dwars was, vaak grappig, en altijd nieuwsgierig. Ze stelde de vragen die niemand durfde te stellen.
“Waarom moet je aardig doen tegen mensen die je niet aardig vindt?” Die vraag blijft je bij.
Of die keer dat Madelief haar moeder hoorde zeggen dat ze haar vader “in de soep wilde stoppen”.
“In de soep?” dacht Madelief. “Dan is hij toch nat?”

Heerlijk, die manier waarop zij de wereld bekeek.

Ik las boeken als Op je kop in de prullenbak, Een hoofd vol macaroni en Met de poppen gooien keer op keer, en bekeek de prachtige tekeningen van Mance Post tot in de kleinste details.

Nu ik zelf ouder ben, en mijn zoon inmiddels 14 is, zie ik hoe sommige boeken blijven terugkomen — van generatie op generatie.

Neem De regels van Floor, bijvoorbeeld. Een serie over een meisje dat zelf regels  bedenkt, omdat volwassenen vaak ingewikkeld doen over simpele dingen. Floor is grappig, eerlijk en totaal niet perfect -precies zoals kinderen echt zijn.

Zoals Regel 4: “Als je iets heel vies vindt, mag je het stiekem onder de tafel plakken.” Of Regel 10: “Als je ouders op hun telefoon zitten, kun je alles vragen. Ze zeggen toch ja.”

Je voelt ’m al: wij hebben een puppy én extra koekjes in huis gehaald voor we het doorhadden. Mijn zoon is geen echte boekenverslinder, maar áls hij een goed boek vindt, dan leest hij het in één of twee dagen uit. Dan hoor ik ineens hard gelach vanaf de bank. Hij leest me dan stukjes voor die zo leuk zijn dat we samen verder lezen. We hebben ook de tv-serie gevolgd, en baalden dat er geen nieuwe afleveringen meer kwamen.

Dus bedachten we bij gekke momenten thuis: de regels van ons samen.

Wat me opvalt in de boeken waar ik vroeger dol op was, zoals Pippi Langkous, Floddertje en Madieke van het Rode Huis, en in de boeken van nu, zoals Floor, is dat ze allemaal één ding gemeen hebben: eigenwijze meisjes. Meiden die niet bang zijn om fouten te maken, die soms een bende veroorzaken, maar daar uiteindelijk iets van leren. Eigenlijk stappen ze steeds weer in een leerkuil: ze proberen iets, het lukt nog niet, ze vallen of maken rommel – en dan staan ze weer op. Met humor én lef.

Dus nee, ik ben geen leesambassadeur. Maar als je samen kunt lachen om een boek, als je jezelf herkent in een hoofdpersoon (of misschien juist helemaal niet) … dan lees je vanzelf meer.

Heerlijk, om even figuurlijk van de wereld af te zijn.

Misschien dat Madelief en Floor elkaar wel héél goed hadden begrepen.

En ik? Ik snap ze nu beter dan ooit.

Marije Vellinga